Methode en proces voor het boren van een scheepsschroefbuis
Boormachines op locatie zorgen ervoor dat zware scheepswerven en energiecentrales minder lang stilstaan, minder transportkosten hebben en veel meer winst maken.
Door de toepassing van nieuwe scheepsbouwtechnologieën worden schepen groter dan ooit tevoren. De diameter van de schroefaskokers van zeer grote olietankers, bulkcarriers en grote containerschepen is relatief groot, sommige zo'n 1000 mm; de schroefaskokers zijn ook langer, meestal zo'n 5000-10500 mm. Lijnboren op locatie op de hierboven beschreven manier heeft de volgende nadelige effecten: 1. De schroefaskoker is langer, de boorstang is langer en zwaarder, en de geproduceerde doorbuiging is ook groter, wat de kwaliteit van het boren beïnvloedt. 2. Het is noodzakelijk om langere boorstangen te produceren, wat een enorme investering vereist.
Procedure en vereisten voor het boren van de achterste kolomschacht
Inspectie van speciale gereedschappen: Inspectie ter plaatse van de speling van het ondersteunende lager, de gladheid van de boorrij, de soepele toevoer van de tandwielkast en de afstemming van een bepaald aantal lagers, gereedschapshouders en gereedschappen.
Tekenen: Kennis hebben van de ontwerptekening en de technische opstellingstekening van het steunlager en de werkelijke positie van de boorrij opmeten.
Hanteren van de boorrij: verwijder de boorrij van de verticale spreider en plaats deze op een speciaal V-vormig frame om deze te vervoeren naar de gebruikslocatie. Onregelmatige hantering is ten strengste verboden.
Installatie van de boorstang: omwikkel het binnenste gat van de achterste kolomschachtmantel (onderste stuk) met een plaat van zuiver aluminium of dik rubber met een dikte van meer dan 3 mm, til het in een V-vorm op met twee kalebassen en rijg het in de voorwaartse richting naar binnen.
Positionering van het ondersteunende lager: Nadat de boorrij in het asgat van de achterste kolom is geplaatst, wordt deze opgetild met een V-vormig katrolframe en wordt de rechte nerf uitgelijnd met de meerhoekkalibratie met een markeerplaat of een speciale binnenkaart om aan de vereisten te voldoen.
Bevestiging van het lagerframe: monteer het draagframe volgens de eisen van de procestekening. Wanneer de zitplaat, de stabilisatieplaat en de romp of het compartiment zijn gelast, moeten de bevestigingsschroeven van de lagerschaal volledig worden losgedraaid.
Uitlijning van de boorrij: Nadat het dragende lagerframe is gelast en afgekoeld, kan de dubbele lijnuitlijning met schroeven worden afgesteld en kan de middenpositie worden aangepast totdat deze aan de eisen voldoet.
Inspectie van het hele systeem: Nadat het kalibratiewerk is voltooid, kan het energiesysteem worden aangesloten en kan de smeerolie worden toegevoegd om de proefrit van de motorwagen uit te voeren en te controleren: (1) trillingen bij lage snelheid; (2) of de toevoerpositie aan de vereisten voldoet; (3) na een paar minuten draaien, of er een duidelijke weerspiegeling is van de lagertemperatuur van elk tandwiel, en of de astemperatuur niet hoger is dan 45°
Toevoer: Voer een kleine hoeveelheid toe nadat u het gereedschap handmatig hebt geleid, om er zeker van te zijn dat er geen obstakels zijn voordat u invoert volgens het grof boren.
Grof boren: De boorrij loopt stabiel en de rolfrees kan zonder problemen tot de maximale snijhoeveelheid worden gevoed.
Herinspectie: Wanneer het ruw bewerkte oppervlak 90% van het totale oppervlak van de schachtmantel uitmaakt, moet een herinspectie worden uitgevoerd. Controleer de boorrij om de hartlijn te vinden en de grootte van het binnengat te meten, en controleer de grootte van de schroefaskoker om de bewerkingstolerantie te controleren.
Fijnboren: Nadat het grofboren correct is gecontroleerd, wordt het fijnboren gestart. Het is vereist dat de boorrij stabiel loopt, zonder trillingen, zonder rolbewegingen en dat de gladheid aan de eisen voldoet. Fijnboren moet 's nachts of op regenachtige dagen worden uitgevoerd om vervorming van de romp te voorkomen.
Schraapvlak: Het schrapen van het vlak kan pas worden uitgevoerd nadat het binnenste gat is bewerkt en de inspectie heeft doorstaan (omdat de inspectiecirkellijn na bewerking is gepolijst).
Voorbeeldstaaf: Nadat de boring is uitgevoerd en de inspectie is geslaagd, maken technici, inspecteurs en vakmensen tekeningen voor de verwerking van de uitlaatpijp.
Technische vereisten voor het boren van de achterste kolomschacht
1. De afwijking tussen het boorcentrum en de oorspronkelijke positioneringsmiddellijn van het schachtgat moet minder dan 0,10 mm zijn, en het schachtgat van de achterste post-schacht moet
Het midden van het schotgat moet coaxiaal zijn en de afwijking mag niet meer dan 0,10 mm bedragen.
2. De voorste, middelste en achterste lagergaten van het assysteem moeten coaxiaal zijn en de uitlijningsafwijking mag niet groter zijn dan 0,20 mm.
3. Nadat het uiteinde van het gat is bewerkt, moet het loodrecht op de aslijn staan en mag de niet-loodrechtheid niet groter zijn dan 0,20 mm.
4. Vereisten voor de gladheid van het bewerkte oppervlak: het passende oppervlak is 6,3 en het niet passende oppervlak is 25.
Voor meer informatie of aangepaste machines kunt u ons mailensales@portable-tools.com
